Epiloog

Het zit erop. We zijn weer op Nederlandse bodem.

Bedankt voor de leuke reacties. Te veel om individueel te beantwoorden, maar zeer op prijs gesteld.

Tot wellicht een volgende blog!

De terugweg

Voor we onze vluchten naar Johannesburg en Amsterdam konden maken hadden we nog wel even een dingetje te regelen met het verhuurbedrijf.

Op ons eigen schadelijstje stonden een kapotte voorruit, een verbogen waterkraan, een versplinterd achterlicht, een gebroken sleepkabel, zoekgeraakt eetgerei, een gebutste voor- èn achterbumper, een verfrommelde treeplank, zeven lekke banden, een vernietigde koppeling en 700km van een speciale truck om de KLM auto op te halen.

Na inspectie van de auto’s moesten we bij de bovenmeester op het matje komen.

Maar uiteindelijk viel het mee. De koppeling kostte slechts €600 en het verlaten voertuig weer naar Windhoek brengen €500. De rest was verzekerd.

Toen we klaar waren werden Albert en Mark ook nog even liefdevol herenigd met hun auto, die de lange reis beter had doorstaan dan toen zij nog aan het stuur zaten 😜

De vlucht van Windhoek naar Johannesburg was prima, evenals de procedures op het vliegveld van Joburg (al moesten we wel de incheckdame overtuigen dat de gitaar en de derde koffer gratis mee konden).

In Joburg moesten we hartverscheurend afscheid nemen van Mark en Albert die terug naar Nairobi vlogen. We zullen hun positieve commentaar op alles missen 😜

In de lounge nog 5 uur wachten, maar die kwamen we met eten en drinken goed door. Timo kon bovendien een van de kantoren gebruiken om een Namibië-lied te componeren en op te nemen.

En daarmee sluiten we deze mooie reiservaring af!

Namibië lied (klik op de link)

Today I took a ride, to the desert and the sands. 
No one there to tell me, what makes a better man.
The animals they see me, howling through the night.
Waiting for the sunrise, and the morning light.

Because I'm nowhere bound, I say.
I think I might stay another day.
Because I'm nowhere bound I say.
In the desert I lay.

I'm nowhere bound.

KLM grounded in Death Valley

Na de wandeling rond het meertje zagen we dat er bij onze auto een scheurtje in de wang van een band zat. Lek!

We besloten er een beetje lucht bij te pompen en dan te proberen het asfalt te bereiken om daar de band te wisselen. Jac volgde ons door het zand en daarna waren Mark en Albert de back-up van Jac voor het geval die weer een aanval van zandangst zou krijgen 😜

Jac slaagde met vlag en wimpel voor de zandtest, maar toen kwam het bericht dat Albert en Mark stilstonden. Gelukkig nog net binnen bereik van de walky talkies maar te ver om goed te horen wat er aan de hand was.

Wij weer allemaal terug door het zand. Dat was zo ongeveer de tiende keer.

Aangekomen bij de KLM auto bleek: disaster had struck. De koppeling had de geest gegeven en er was geen enkele beweging meer in de auto te krijgen. KLM was grounded!

De plek was minder dan ideaal: in mul zand, 70km van de dichtstbijzijnde mensen, 350km van Windhoek, waar we de volgende dag moesten zijn om onze vluchten te kunnen halen en het werd donker. De naam van de plek was overigens wel toepasselijk: Death Valley.

Er werd besloten dat Mark en Albert zouden overnachten op hun auto en dat de rest terug zou gaan om hulp te zoeken.

Op de terugweg met nog maar twee auto’s reden we heel voorzichtig. De schrik sloeg mij echter om het hart toen er een rood lampje op het dashboard ging branden. Het bleek dat Timo even zijn gordel had losgemaakt. Pffff.

Na weer 70km terug naar het kamp te hebben gereden hoorden we van een politieagent dat je nooit in Death Valley moest overnachten vanwege de groepen hyena’s. Het was wel wat laat om nog iets aan deze informatie te hebben, maar gelukkig zei een ranger dat het met een rooftop tent waarschijnlijk wel ok was.

Na wat vergeefse pogingen kregen we eindelijk het verhuurbedrijf te pakken. Opties met vrachtwagens en reserve auto’s zouden te lang duren en er werd besloten dat we Albert en Mark ‘s ochtends vroeg zouden ophalen in onze auto en dat zij hun auto achter gingen laten. Die werd dan hopelijk later door de plaatselijke mecanicien opgehaald.

‘s Ochtends dus maar weer 70 km heen, 5 km zand, autospullen overpakken, KLM-ers oppikken, 5 km zand, 70km terug.

Gelukkig kon het ophalen van de gestrande KLM crew in stijl worden uitgevoerd.

Toen we weer terug waren in het basis kamp en na tanken, meer overleg met de verhuurder en het betalen van de locale sleepdienst, kon de complete ploeg eindelijk afreizen naar Windhoek met één auto minder dan bij de start. Die reis verliep voor ons doen voorspoedig: na vijf uur rijden slechts één lekke band die het totaal op zeven bracht.

We kwamen dus uiteindelijk veilig in Windhoek aan en konden de overblijvende auto’ gaan uitmesten. Vanavond wordt weer een bezoek gebracht aan Joe’s beer house voor een kudu steak.

Sesriem 3

Jac en Erik wilden de zonsopgang op Duin 45 meemaken. Daarvóór moesten ze nog wel eerst 45 km rijden en een uurtje klauteren, dus reken maar uit hoe vroeg je dan op moet. De rest vond de foto’s een prima alternatief.

Voor ons achterblijvers bestond het ontbijt uit gebakken eieren en gebakken boerenworst met knoflook saus. Daar kun je weer een uurtje mee vooruit, al vergde de afwas wel weer een hoop energie.

In de middag zouden we nog een laatste tochtje maken naar het fotogenieke meertje dat we gisteren hadden ontdekt, Na 70 km rijden op asfalt moesten we dan wel weer door het diepe mulle zand van de laatste 5 km, maar dat was goed om Jac van haar zandangst af te helpen.

Dat ging goed tot de laatste 500m. Toen raakten Mark en Albert bijna vast, waardoor Jac moest uitwijken en toen… Toch nog ☹️

Was snel opgelost, dus op naar het meer. Ik wilde wel dronen , maar ja…

Jac wilde Big Mama beklimmen, het hoogste duin in de omgeving en deed dat met verve. Hier loopt ze rechts van de maan:

Dit was haar uitzicht.

Ook Timo leefde zich uit (helemaal links).

Na een rondje meer maakten we ons op voor een ontspannen laatste ritje naar het kamp, 70km verder. Dat liep echter anders dan voorzien, want er bleek nog een cobra onder het gras te zitten (cliff hanger!!!).

Sesriem 2

Vanochtend hoorden de ketels zowaar de pot snurken!

Na het uitslapen een tochtje naar een kloof 4 km verderop gemaakt. Daar zijn we zes jaar geleden ook geweest.

Bij de lunch hadden we een inval-kok.

‘s Middags zijn we naar Deadvlei gereden en gelopen. Dat is in de Sossusvlei, een gebied met rode duinen van honderden meters hoog.

Deadvlei is een opgedroogd zoutmeer met dode bomen.

Verderop was een nat meer. Ook fotogeniek.

De avondmaaltijd was Timo’s pittige tomatensoep. Erg lekker!

Sesriem 1

Timo kwam niet geheel uitgerust zijn tent uit vanwege de competitie synchroon snurken die de hele nacht duurde. Bovendien praat Albert in zijn slaap, dus die gaf ook nog eens voortdurend commentaar. Dat werd dus bijslapen in de auto.

Onderweg waren de enige opmerkelijke zaken de steilste bergpas van Namibië (die we zes jaar geleden ook al eens reden) en de appeltaart (op een plek aanbevolen door een bekende van Erik en Jac) die als een stuk Namibische pap in de maag stond.

Aangekomen in Sesriem bleven Timo en ik achter terwijl de anderen onmiddellijk afreisden naar de rode duinen. We blijven hier nog drie nachten, dus die duinen zien we nog wel.

We maakten een praatje met mensen die op de kampplaats naast ons stonden en opeens zei iemand: “Ben jij Timo?” Het bleek een meisje te zijn waar Timo jarenlang mee op dezelfde hockeyclub had gezeten. Ook nog eens de dochter van een goede vriendin van mijn zus. Klein wereldje, inderdaad.

Verder vandaag alleen een foto van de camp site en de onvermijdelijke zonsondergang.

Rustdag

Vandaag een rustdag, dus mochten we uitslapen. Ik was pas om 7:15 op ☹️.

De warme douche was koud, maar dat was niet het ergste: in de buitendouche, die er op het eerste gezicht zo sfeervol had uitgezien, waaide een straffe koude wind. Gevoelstemperatuur zo’n 4C schat ik 🥶

We makten een ochtendwandeling over de bee-trail. Deze stond aangegeven als 3-4 uur. Toen er 500m van de start ook nog een extra bergje werd beklommen was de zaak beklonken: de helft van de troepen weigerde dienst en keerde terug naar de basis.

De anderen liepen nog wel door, maar ook zij haakten halverwege af, waarna we gezamenlijk lunchten met de door Mark perfect gebakken pannenkoeken.

‘s Middags ging Timo in zijn eentje op ontdekkingstocht en liep zo ongeveer de Leopard trail van gisteren nog een keer. Het hoofddoel was kristallen zoeken, maar uiteindelijk was er niet één mooi genoeg.

Daarna werden in rap tempo wat flessen en blikken geleegd en viel Albert van zijn stoel. Kortom: een goed bestede middag.

Bij het bereiden van de maaltijd werden Timo en Jac geholpen door E.T.

De curry en de worsten waren weer prima, evenals de zonsondergang.

Een tuintje van 7500 ha

Na een paar uur rijden over voornamelijk asfalt en gravel was het laatste stuk toch weer even hobbelen.

De bestemming Rooiklip bleek een zelfgebouwd huis te zijn met een tuintje van 7500 ha. De buurman woonde 18 km verderop en we konden kamperen in een soort halve grot.

Het vreemde was dat we in deze MoN voor het eerst op de camp site internet hadden! Een directe straalverbinding met de provider antenne op een Tafelberg 17 km verderop maakte dit mogelijk.

De douche was fraai in de rotsen gemaakt.

‘sMiddags deden we de Leopard wandeling. Lore en Franz (de Duits/Namibische eigenaren van Rooiklip) hadden in hun folder geschreven dat er ook luipaarden en cheetahs rondliepen in het wandelgebied, maar dat die vrij schuw waren. Als je geluk had, stond er, kon je hun sporen volgen. Ik was juist bang dat, als je pech had, zij onze sporen konden volgen 😟

Na de wandeling bleek er schnapps und bier beschikbaar te zijn in de bar. Daar hebben we dus maar gebruik van gemaakt. Franz had limoncello, caramel liquor en whisky zelf gestookt, dus die moesten we ook allemaal proberen naast het bier.

Misschien was het daarom dat de plaatselijke hond veel op een zeehond leek.

Maar ook wel op een cheetah.

Ik bleef nog even achter om mijn blog af te maken. Nou, daar wist Franz wel raad mee. Hij trok zijn praatstoel bij waardoor wegkomen erg lastig bleek, met als gevolg dat ik in mijn eentje in het pikkedonker meer dan een kilometer naar de camp site moest lopen in cheetah land. Eerlijkheid gebiedt te vertellen dat ik af en toe wel met mijn telefoonlampje naar achter heb geschenen om te kijken of er rode oogjes te zien waren 😫

De anderen maakten, onder het genot van een drankje, geen aanstalten om mij te komen helpen. Ze maakten wel een foto: het stipje ben ik.

Het eten werd bereid door onze cave-cooks en was bijzonder smakelijk.

Een eenvoudig doch voedzaam maal.

Vannacht geen harde muziek. Echter rond vier uur ‘s nachts was de wind zo aangewakkerd dat elk flapje van de tent zo’n 80 decibel produceerde. Dus weer vroeg op☹️

Timo had de guts om de zee van 12C (?) in te duiken (totale tijd ongeveer 10 seconden).

De faciliteiten op de camp site waren prima, dus eindelijk weer een lekkere warme douche en een toilet waar water in zat.

Na een rustige start maakten we ons op voor de route van vandaag: 15 km heen en weer naar Swakopmund… over asfalt.

Daar wachtte ons een eenvoudig maal met oesters en kreeft 😜

Het uitzicht en de bediening waren prima. De wijn trouwens ook. Kortom weinig reden tot klagen (al weet ik zeker dat onze muppet medereizigers Statler en Waldorf (read Albert en Mark) nog best wel wat kunnen verzinnen😜).

Het Keezbord spel werd wederom nog even gewonnen door Mark en mij. Kwaliteit verloochent zich niet 😁