A (not so) uneventful day

Naast onze slaapplek, aan de andere kant van de muur, bleek een bar met harde muziek te staan. De muziek hoorden we natuurlijk al toen we aankwamen, maar we verwachtten niet dat die pas de volgende morgen om 6:30am uitgezet zou worden. Helaas ☹️. Dat werd dus wat minder goed slapen. Het voordeel was wel dat ik voor het eerst geen klachten kreeg over mijn gesnurk.

We rijden deze dag naar Windpomp 14, een MoN (middle of nowhere) aan de kust. De route gaat over goede kwaliteit gravel wegen waar je makkelijk 100 km/u rijdt.

En zelfs asfalt.

We zeiden al tegen elkaar dat dit dus een uneventful day zou worden, maar al dertig seconden na vertrek bleek het tegendeel: Albert reed op de kampplaats de hele watervoorziening plat. We hadden opeens een fontein op onze plek.

Volgens de aangesnelde kamp employee was het echter “no problem”, dus konden we toch als gepland op pad.

Het landschap mag misschien wat eentonig zijn, er valt onderweg best nog wat te zien.

Eenmaal aan de kust gekomen reden we nog even 50 km de verkeerde kant op naar een zeehonden kolonie. Ongeveer 10.000 exemplaren lagen daar over elkaar heen ongelofelijk te stinken.

Windpomp 14 bleek een leuke strandtent te zijn. Ja, wel in de MoN, maar het bier was koud, de bar gezellig en ze serveerden een lekkere “Ocean basket”.

En het avondrood was weer de moeite waard.

Drijfzand

We startten de dag met pannenkoeken omdat de brood voorraad erg geslonken was. Geen straf!

De route naar een volgende middle of nowhere was een uitdagende. Een groot deel voerde door een half droge rivier waar de kaarten en de sporen vaak erg onduidelijk waren zodat de auto’s verschillende kanten op wezen.

En dan stond er opeens ook weleens een olifant langs de kant.

Op een gegeven moment konden we niet meer uit de rivierbedding komen en de weg waar we heen wilden bleef onbereikbaar. Ook kwam er steeds meer water en werd de locatie op de kaart aangeduid als swamp. Het werd tamelijk tricky.

Timo stapte als eerste uit om te voet het spoor te verkennen. Daarna volgden Albert, Erik en ik. Met walky-talkies hielden we elkaar op de hoogte. De ondergrond bleek gedeeltelijk uit drijfzand te bestaan: een groot omgespit gat markeerde de vorige auto die zich vastgereden had. Uiteindelijk besloten we één voor één te proberen vaste grond onder de wielen te krijgen met behulp van aanwijzingen van uitgestapte verkenners.

Dat lukte, maar toen bleek dat we nog steeds niet verder konden. Inmiddels was er ook een zandstorm opgestoken zodat het zicht beroerd werd. We gaven ons oorspronkelijke doel op en gingen weer terug in de richting waar we vandaan kwamen, maar via een andere route. Dat betekende weer vele uren rijden over vaak abominable sporen, maar met fraaie landschappen.

Via de gravel snelweg bereikten we na een paar uur Khorixas, waar we konden tanken en boodschappen doen en waar we overnachtten.

Middle of nowhere’s

Bij het opstaan bleek een lid van het kamppersoneel vergeten te zijn een kraan open te draaien. Daardoor hadden we geen water en ontstond er een speurtocht over heel de camp site naar toiletten waarvan de stortbak nog vol was.

De route van vandaag ging van de ene middle of nowhere naar een andere middle of nowhere. Voornamelijk over een enigszins redelijk trail, maar toch was ons daggemiddelde slechts 25 km/h, ondanks dat er hele stukken prima gravel weg tussen zaten.

Aan het eind van de dag hadden we prachtige landschappen gezien en was de schade slechts een voorspatbord en een achterbumper.

Pas vlak bij onze nieuwe middle of nowhere kwamen we na zes uur rijden de eerste en enige andere auto tegen.

Timo haalde samen met Antoni, de beheerder van het kamp, in de auto nieuw bier. Het was maar 8 km naar het stalletje volgens Antoni, maar ik was blij toen ik Timo na een ruim een uur weer heelhuids terug zag.

‘s Avonds wederom lekker gegeten en gezellig rond het kampvuur gezeten met gitaarmuziek.

Poeder zand

Omdat we een dag te vroeg waren aangekomen, hadden we vandaag een rustdag. Erik had een leuke excursie verzonnen naar een vlakte zo’n 25km verderop dus werden alle tenten weer ingeklapt en gingen we op weg.

De route bracht ons in een gebied met poeder zand. Als je erin stapte zonk je tot je enkels weg. Onze auto’s wegen meer dan 2 ton, dus tel uit je winst.

Na 5km stond Jac vast omdat haar navigator in slaap was gevallen. De auto stond met de bodem op het midden van het spoor.

Na twee minuten kwam de eerste hulp al aangesneld in de vorm van een jongetje dat een paar houten bordjes te koop had. Even later stond het halve dorp te kijken hoe we met de drie aanwezige scheppen stonden te ploeteren. Ze hadden ook een gettoblaster meegenomen, dus kon er op de maat van vrolijke Afrikaanse muziek gegraven worden.

Vervolgens werd de sleepkabel vastgemaakt die onmiddellijk brak.

Gelukkig was er genoeg gegraven om met wat extra geduw de auto vlot te krijgen. Toen waren we in principe klaar om de tocht te vervolgen, maar het moreel van de troepen was aanmerkelijk gedaald. Er was plotseling opvallend veel animo om terug te keren naar het kamp en bier te gaan drinken.

Zo geschiedde. Ook deden we het alternatieve “Mens erger je niet”. Na twee gin-tonics zat Jac in een verloren positie maar dacht dat ze gewonnen had.

Daarna was het tijd voor de twee chefs om ons te verrassen met alweer een heerlijke maaltijd.

In de nazit maakte Timo opeens heel veel lawaai toen een van de vleesetende kevers ongemerkt op zijn borst was gekropen. Geen geluidsopname beschikbaar helaas.

Wel een mooie opname van Erik van onze camp site. De kenners kunnen aan de hemel het zuiderkruis herkennen.

Otjitheka trail

Toen ik vanochtend een douche wilde nemen keek ik toevallig even naar boven naar de douchekop. Daar zat een ons bekende vleesetende kever van zo’n 10cm spanwijdte te wachten tot hij door het water in mijn nek zou worden gespoeld. Toch maar even de andere douche genomen.

Toen was het tijd voor de Otjitheka trail, grofweg van Khoarib naar Hoada. Het was een schitterende route met behoorlijk uitdagende “wegen”. Onder meer een rotsweg die zo steil was dat we in de eerste versnelling low gear en sperdifferentieel naar boven gingen. Verder prachtige vergezichten.

Onderweg ook tijd om te lunchen natuurlijk.

Met mijn drone heb ik wat opnames gemaakt van de drie auto’s in het landschap. Helaas was die drone op een gegeven moment zoek. Het duurde naar mijn mening wel wat te lang voor ik in de menu’s had gevonden hoe ik de drone naar de afstandsbediening terug kon laten vliegen.

De trail van 110 km werd uiteindelijk in zeven uur (!) afgelegd.

De berg op

Na een rustig begin van de dag een korte trip van drie uur naar Khowarib waar we ons na een tussendoor biertje installeerden op de campsite. We bleken weliswaar een dag te vroeg, maar waren van harte welkom.

De lunch was pannenkoeken met spek en stroop. Jammie!!!

De temperatuur had de kritische waarde van 30C bereikt en dat betekende dat ook ik de korte broek uit de koffer haalde.

Vlak bij was een berg die beklommen kon worden. Dus ook de wandelschoenen werden gepakt.

De beklimming was zwaar, met veel losse, scherpe stenen en een steile helling. Na een uur waren we boven. Het uitzicht was prachtig, maar met mijn drone had het heel wat minder vermoeiend geweest 😜

Na veel geglij kwamen we gelukkig weer veilig bij de rivier en konden we terug naar de camp site.

Bij de borrel zagen we de vleesetende kevers weer die we herkenden van de vorige trip in de Kalahari woestijn.

De Omzyl’s pas

Nadat we ‘s avonds eerst stenen hadden verzameld om de wilde honden mee op afstand te houden, namen we helaas een verstandig besluit: we omzeilen de van Zyl’s pas en proberen via de kortste route de bewoonde wereld te bereiken met de twee reserve wielen die we nog hadden.

Dat betekende 5 uur rijden op ondermeer de beruchte D3703 waar we gisteren met gemiddeld 5 km/uur over waren gekomen. We hoopten dat we uiteindelijk in Opuwo vijf nieuwe banden konden bemachtigen om verder te kunnen.

We gingen op weg in een tempo van een stel theetantes om het risico van meer lekke banden te beperken. Helaas diende de eerstvolgende zich al binnen een uur aan. Mark dit keer. Toen hadden we er nog maar één.

Bij het verwisselen hadden we bekijks van een drietal Himba dames die met een oude Nokia foto’s van mij maakten.

Na 5 uur bereikten we Opuwo, waar we eerst tankten en boodschappen deden. Helaas bleek dat er na 13:00 geen drank meer verkocht mocht worden en stonden we dus droog.

Erik kwam in gesprek met een dame die een mannetje wist die weer iemand anders kende die misschien wel banden had. Ondertussen stond Timo de armbandjes verkoopsters van zich af te slaan.

Ook probeerden we het autoverhuurbedrijf te bereiken, want dat moest toestemming geven om op hun kosten vijf nieuwe banden aan te schaffen. Na veel heen en weer gebel was er witte rook en kon Gerrit, de eigenaar van het bandenbedrijf aan de slag om ons van nieuwe banden te voorzien.

Hier wordt op subtiele wijze een van de velgen gebalanceerd.

Gerrit bleek behalve eigenaar van het bandenbedrijf ook eigenaar te zijn van de plaatselijke Spar en, belangrijker, van de drankwinkel en dat loste weer een van onze problemen op.

Verder kon Gerrit ons ook voorzien van enkele nieuwe wielbouten, omdat hij tevens eigenaar was van de lokale autoshop.

We hadden nog geen overnachtingsplek, maar Gerrit bleek de bezitter van een nabije logde met camping te zijn, dus ook dat probleem was toen uit de wereld.

Dus toen we uiteindelijk aan het bier zaten en van de zonsondergang genoten, keken we terug op een succesvolle dag.

De Omzyl’s pas

Nadat we ‘s avonds eerst stenen hadden verzameld om de wilde honden mee op afstand te houden, namen we helaas een verstandig besluit: we omzeilen de van Zyl’s pas en proberen via de kortste route de bewoonde wereld te bereiken met de twee reserve wielen die we nog hadden.

Dat betekende 5 uur rijden op ondermeer de beruchte D3703 waar we gisteren met gemiddeld 5 km/uur over waren gekomen. We hoopten dat we uiteindelijk in Opuwo vijf nieuwe banden konden bemachtigen om verder te kunnen.

We gingen op weg in een tempo van een stel theetantes om het risico van meer lekke banden te beperken. Helaas diende de eerstvolgende zich al binnen een uur aan. Mark dit keer. Toen hadden we er nog maar één.

Bij het verwisselen hadden we bekijks van een drietal Himba dames die met een oude Nokia foto’s van mij maakten.

Na 5 uur bereikten we Opuwo, waar we eerste tankten en boodschappen deden. Helaas bleek er na 13:00 geen drank meer verkocht mocht worden en stonden we dus droog.

Erik kwam in gesprek met een dame die een mannetje wist die weer iemand anders kende die misschien wel banden had. Ondertussen stond Timo de armbandjes verkoopsters van zich af te slaan.

Ook probeerden we het autoverhuurbedrijf te bereiken, want dat moest toestemming geven om op hun kosten vijf nieuwe banden aan te schaffen. Na veel heen en weer gebel was er witte rook en kon Gerrit, de eigenaar van het bandenbedrijf aan de slag om ons van nieuwe banden te voorzien.

Hier wordt op subtiele wijze een van de velgen gebalanceerd.

Gerrit bleek behalve eigenaar van het bandenbedrijf ook eigenaar te zijn van de plaatselijke Spar en, belangrijker, van de drankwinkel en dat loste weer een van onze problemen op.

Verder kon Gerrit ons ook voorzien van enkele nieuwe wielbouten, omdat hij tevens eigenaar was van de lokale autoshop.

We hadden nog geen overnachtingsplek, maar Gerrit bleek de bezitter van een nabije logde met camping te zijn, dus ook dat probleem was toen uit de wereld.

Dus toen we uiteindelijk aan het bier zaten en van de zonsondergang genoten, keken we terug op een succesvolle dag.

Bandenfestijn

De ochtend begon zoals gewoonlijk met de afwas van de vuile vaat van de vorige avond. Albert kweet zich uitstekend van deze taak.

Toen op weg naar de van Zyl’s pas en dat verliep niet helemaal volgens plan.

Elk van de drie auto’s heeft twee reservebanden. Dat lijkt veel maar dat bleek het niet te zijn. Na de eerste nacht in Epupa falls had de auto van Erik en Jac ‘s ochtends al een lege band voordat die 1 m gereden had. Deze werd “gerepareerd” door een plaatselijke kracht, maar later bleek hij nog steeds gewoon leeg te lopen.

Toen reed ik een band lek door een stronk te raken. Gelukkig kregen we aanwijzingen van de luchtig geklede locale Himba vrouwen.

Vervolgens kwamen we op de D3703 (die ongeveer een 30km lange van Zyl’s pas bleek te zijn met grote rotsen en steile hellingen). Daar reed Erik een band aan flarden.

En 5 km voor onze geplande kampplaats was het Timo die de volgende band vernietigde. Daar zijn geen foto’s van, want het werd al donker, dus we hadden haast.

En toen hadden we er nog maar twee. Daarmee zouden we èn de van Zyl’s pas moeten overleven èn nog dagen rondrijden in een absoluut verlaten gebied over hele ruige wegen.

Vele opties passeerden de revue tijdens het groepsberaad en uiteindelijk kwam er een beslissing… (cliffhanger 😜)

Vissers latijn

De avond ervoor zei Timo dat hij ‘s ochtends vroeg ging vissen, maar toen iedereen gedoucht en wel allang buiten zat kwam hij pas zijn tent uit.

Maar toen kwamen Mark en hij in actie en binnen 20 minuten lagen er twee vissen aan de kant.

Mark won bij de discipline “Om de hoek vissen”.

Het schoonmaken gaf nog wel wat gespetter.

Toen nog even gesproken met Owen, de gids in rok van gisteren. Die zag er nu zo uit.

Hij vertelde dat hij een wandeling van 960km had gemaakt om aandacht te trekken voor micro plastics en andere milieu zaken (Google op 960 km en Kunene). Hij had vroeger ook marathons gelopen en wilde volgend jaar met een Landrover naar Europa rijden, ook weer voor de milieuzaak. Een interessante kerel.

Na een lunch met Mark’s pannenkoeken 👍 een wandeling langs de kloof met watervallen en een drone movie gemaakt die te groot is om te uploaden.

We zitten hier trouwens goed wat betreft de medische voorzieningen, want het ziekenhuis is aan de overkant van de weg.

Morgen op naar het begin van de van Zyl’s pas en waarschijnlijk een paar dagen geen internet meer.